1. Zorg voor een perfecte compositie met grid lines

Gridlines verdelen je digitale ‘zoeker’ in 9 vlakken. Ze helpen je om een visueel correcte framing en compositie van je foto’s te maken. Door gridlines te gebruiken, zorg je ervoor dat de hoofdonderwerpen in je foto’s op de juiste plaatsen staan.

Bijvoorbeeld de regel van derde toe te passen, waarbij je het onderwerp één van de verticale lijnen laat raken. Of de regel van evenredigheid, waarbij er in het midden wordt gecentreerd.

Tip: Het instellen van raster is mogelijk voor zowel iOs als Android smartphones. Bij iPhone vind je het onder instellingen > camera > raster. (De nederlandse benaming voor gridlines is raster)

2. Handmatige focus en belichting

Alle smartphones hebben een automatische belichtingsmodus en focuspunt. Toch is het beter om manueel te focussen door op je scherm te tikken, zo weet je zeker dat je onderwerp in focus is. Het komt regelmatig voor dat de camera automatisch focust op een punt in de voorgrond waardoor  je onderwerp onscherp wordt. Door op het onderwerp te tikken voorkom je dat de foto net niet scherp is. Wil je voorkomen dat de focus verspringt? Zet de focus dan vast. 

Ook de belichting wordt vaak automatisch ingesteld, experimenteer met onder- of overbelichten voor de mooiste foto’s. Dit is vooral aan te raden omdat smartphones een beperkt dynamisch bereik hebben, wat verwijst naar de kleureninformatie tussen het lichtste en het donkerste punt in een scène. Als je een scène fotografeert met heel veel tegenlicht, wil je bijvoorbeeld verder onderbelichten dan de automatische instellingen van je smartphone. Ongeveer -0.2 tot -0.5 ev maakt al een wereld van verschil.

3. Fotograferen met je smartphone in RAW of HDR

Smartphone foto’s zien er vaak goed uit dankzij interne processen die ze optimaliseren als JPG-bestanden. Maar dit betekent dat er minder gegevens worden opgeslagen in de foto. Als je het beste uit je foto’s wilt halen, gebruik dan het RAW-bestandsformaat.

Het RAW bestandsformaat bevat meer informatie zodat je meer ruimte hebt voor het bewerken en aanpassen van je foto’s. Voor modellen vanaf iPhone 12 Pro met iOS 14.3 kan dit in Apple ProRAW. Maar ook met externe apps als Lightroom, Moment en ProCam is het mogelijk om in RAW formaat op te slaan.

HDR (High Dynamic Range) is een handige functie om te gebruiken bij het vastleggen van scènes met hoge contrasten. HDR voorkomt dat delen van de foto over- of onderbelicht raken. Je smartphone maakt meerdere foto’s en voegt deze samen tot één beeld met de juiste belichting. Het is een goed alternatief wanneer RAW fotograferen niet mogelijk is.  

4. Benut de optimale resolutie

De meeste smartphone camera’s zijn geoptimaliseerd voor het maken van 12 megapixel foto’s. Het aantal megapixels is vaak sterk afhankelijk van de grootte van de sensor. De kwaliteit bij smartphone fotografie is lager dan een systeem- of spiegelreflexcamera, waardoor je de afmeting van de foto zo dicht mogelijk bij het origineel wilt houden. Wees dus scherp op je compositie, zodat croppen op een later moment niet of nauwelijks nodig is. 

5. Gebruik verschillende lenzen

De 30mm lens is de meest gebruikelijke brandpuntsafstand voor smartphones en tegenwoordig vaak het aspect dat verklapt dat het om een smartphone foto gaat. De ogen van de kijkers zijn gewend geraakt aan de ‘look’ van de 30mm lens. 

De laatste jaren komen er steeds meer smartphones op de markt met verschillende lenzen zoals een groothoeklens en telelens. Wissel deze lenzen af wanneer een scène er om vraagt.

Er zijn ook veel smartphone lenzen beschikbaar om extern op je smartphone te plaatsen, via een case of houder. Deze lenzen bieden een uniek perspectief, waarmee je direct de kwaliteit van je beelden verhoogt. 

➝ Bekijk smartphone lenzen

6. Blijf fotograferen met je smartphone

Fotograferen met je smartphone is niet heel anders dan fotograferen met een camera. Om beter te worden en je oog te trainen voor het maken van goede foto’s, moet je blijven oefenen. Het voordeel van een smartphone is dat je deze bijna altijd bij je hebt, waardoor oefenen laagdrempeliger wordt.